De aflossing van het eerste team van B-Fast/B-Life is voor deze week voorzien. De opdracht van Geert (Civiele Bescherming van Brasschaat) in Guinee loopt dus ten einde. Zijn balans is zeer positief: « De sfeer binnen het team is nog steeds uitstekend. We hebben 177 patiënten getest en van de laatst geteste patiënten is er zelden iemand gestorven. Onze laatste week werd gekenmerkt door de goede afloop voor de kleine Félix, die genezen is nadat hij enkele dagen tussen leven en dood zweefde. Om zijn moed te belonen, werd zijn wens vervuld: hij kreeg een fiets. We hebben ook bezoek gekregen van leden van de Franse en Zweedse Civiele Bescherming, alsook van de Europese Commissie. Zij waren verrast door de autonomie van ons laboratorium en onze communicatiemiddelen.» Serge Alleyn, agent bij de operationele eenheid van Ghlin, zal Geert aflossen voor een opdracht van een maand. Er zal ook een tweede voertuig van de eenheid van Brasschaat ter plaatse gestuurd worden. Hij komt in Guinee aan op 13 februari.

Het B-FAST-team is ontplooid in N’zerekore, Guinee, met een mobiel B-Life laboratorium dat over geavanceerde communicatiemiddelen beschikt, en in staat is controles op Ebola uit te voeren op ter plaatse afgenomen bloedstalen. Het ondersteunt het Ebola Treatment Center (ETC), dat door de Franse NGO ALIMA (Alliance for International Medical Action) wordt beheerd. Het team bestaat uit 4 specialisten van het CTMA (Centrum voor Toegepaste Moleculaire Technologie) van de UCL, 3 leden van Defensie en 1 agent van de civiele bescherming.

De bijdrage van het veldlaboratorium is onontbeerlijk voor de werking van het ETC in N’Zerekore. Zonder een labo voor bloedanalyse kan immers niet worden nagegaan of de patiënt ziek is vanwege Ebola of door een andere aandoening. Ook vormt het veldlaboratorium een onderdeel van B-Life. Deze module beschikt over een satellietverbinding waarmee de testresultaten onderling verstuurd worden binnen een netwerk van veldlaboratoria. Op deze manier kan de internationale gemeenschap (in eerste plaats de WHO) een zicht krijgen op de situatie en de evolutie van de epidemie in de drie meest getroffen landen (Guinee, Liberia en Sierra Leone) in West-Afrika.