Nieuwe taakverdeling Civiele Veiligheid binnenkort van kracht

Civiele Bescherming
Brandweer
Hervorming
Op 17 juli 2014 is het koninklijk besluit dat de opdrachten verdeelt tussen de hulpverleningszones en de operationele eenheden van de Civiele Bescherming, in het Belgisch Staatsblad verschenen. Het treedt in werking op 1 januari 2015.

Waarom een nieuwe taakverdeling?

Het koninklijk besluit van 2003 tot verdeling van de opdrachten moest herzien worden omdat de zones meer operationele capaciteiten, de capaciteit om elkaar onderling te versterken en dus andere verwachtingen ten aanzien van de operationele eenheden van de Civiele Bescherming zullen hebben.

Het koninklijk besluit is een goed voorbeeld van de complementariteit van de twee onderdelen van de Civiele Veiligheid; het lokale onderdeel zijn de hulpverleningszones, het federale onderdeel zijn de operationele eenheden van de Civiele Bescherming.

Deze tekst schetst de toekomst van de Civiele Bescherming als geprivilegieerde zonepartner. De tekst werd voorbereid door de Algemene Directie Civiele Veiligheid in nauw overleg met de Algemene Directie Crisiscentrum, de Civiele Bescherming en de brandweerfederaties, die de tekst goedgekeurd hebben.

De opdrachten van de hulpverleningszones en de mogelijke versterking van de Civiele Bescherming

Alle opdrachten van de hulpverleningszones zijn vastgelegd in kolom 1 van de bijlage van het besluit. Het koninklijk besluit voorziet dat de zone, voor de uitvoering van deze opdrachten, een beroep kan doen op een andere hulpverleningszone of op een operationele eenheid van de Civiele Bescherming, en dat de versterking die de Civiele Bescherming zal bieden aan de zones, het voorwerp zal uitmaken van een samenwerkingsovereenkomst tussen elke zone en de betrokken operationele eenheid.

Deze overeenkomst zal de versterking en de gespecialiseerde middelen die ingezet moeten worden, alsook het dienstenniveau (SLA), bepalen. Deze overeenkomst kan ook voorzien dat een operationele eenheid bepaalde dringende opdrachten van een hulpverleningszone uitvoert als voorpost. Dit biedt een oplossing voor de interventie van de eenheid van Liedekerke ter versterking van de zone ALO van Brabant.

Het is dus een echte complementariteit "op maat" die rekening zal houden met de situatie en de middelen van elk van beide betrokken partijen, op basis van de risicoanalyse van elke zone.

De specifieke opdrachten van de Civiele Bescherming

Naast de versterking van de zones voor hun opdrachten, hebben de operationele eenheden van de Civiele Bescherming specifieke opdrachten van gespecialiseerde technische ondersteuning. Deze opdrachten worden opgesomd in kolom 2 van de bijlage van het koninklijk besluit.

Ze zullen automatisch uitgevoerd worden door de operationele eenheden in overleg met de leider van de operaties van de betrokken zone.

Tot slot bepaalt het koninklijk besluit de opdrachten van de Civiele Bescherming die rechtstreeks uitgevoerd worden voor de bevolking, de overheden en de politie: de alarmering van de bevolking via de sirenes, de technische ondersteuning van de gerechtelijke autoriteiten, de verdeling van maaltijden in gevangenissen in geval van staking, en het beheer van de nationale voorraden (jodiumtabletten, schuim, zandzakken). Deze opdrachten worden vermeld in punt 5 van de bijlage.

Een nieuw begrip: de suprazonale gespecialiseerde opdrachten

Het koninklijk besluit omvat ook een belangrijke vernieuwing door de oprichting van een reglementair kader om op federaal niveau de technische en operationele voorbereiding van bepaalde suprazonale gespecialiseerde opdrachten te coördineren.

Waarom?: bepaalde hulpverleningszones en operationele eenheden voeren opdrachten uit die andere zones kunnen interesseren : de Adviseurs Gevaarlijke Stoffen (AGS), de interventies voor de spoorwegongevallen, op pylonen en windmolens, DICA-DIR-teams, hondenteams).

De directie van de operaties van de Civiele Bescherming wordt er, samen met het Crisiscentrum en het Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid (KCCE) en de hulpverleningszones, mee belast te waken over de technische en operationele voorbereiding van de betrokken diensten.

In geval van versterking behoudt de hulpverleningszone de leiding over de operaties

Nog een vernieuwing: tot op heden voorzag de reglementering dat een brandweerdienst die versterking vraagt, de leiding over de operaties moet afstaan als de officier die ter versterking komt een hogere graad heeft. Deze situatie had soms tot gevolg dat de versterking te laat opgeroepen werd om te voorkomen dat de leiding overgedragen moet worden.

Het koninklijk besluit voorziet dat de operationele leiding bij de officier van de zone die ter plaatse aanwezig is, blijft, ongeacht de graad van de officier van het team dat versterking biedt, van een andere zone of van de Civiele Bescherming.

In geval van een noodplanningsfase is er ook voorzien dat de functie van directeur van de commandopost van de operaties (Dir-CP-Ops) vanaf 2017 voorbehouden is aan een officier die een opleiding gevolgd heeft. Het KCCE is belast met de voorbereiding van deze opleiding, samen met het Crisiscentrum.

Meer info: